Lieve steunpilaren van het
DIN-fonds

Een kleine vier maanden
geleden kwam ik bij Anita en Freek in de opvang terecht omdat ik niet bij mijn
oude baasje kon blijven. Voor mij best ingewikkeld, omdat het voor mij in mijn
anderhalf jaar durende leventje al de tweede keer was.
Bij Freek en Anita was het
heerlijk. Veel soortgenoten, veel gezelligheid veel warmte, kortom een prima
onderkomen. Maar al snel kreeg ik te horen dat een stel uit Capelle aan den
IJssel kennis met me wilde maken omdat zij op zoek waren naar een lieve jonge
dame als ik. Ik heb me uiteraard op m’n best gedragen de eerste keer dat zij
langs kwamen. Althans voor mijn doen dan. Alleen het uitlaten was bijzonder. Ik
dacht: ik laat hen even de omgeving zien, me niet realiserende dat het meer van
een touwtrekwedstrijd weg had dan van een ommetje.

De eerste kennismaking met
m’n nieuwe huis was bijzonder. Ik had niet een plek, maar twee. Een groot
kussen in de huiskamer en een bench in de studeerkamer. Vooral m’n nieuwe
bazinnetje vond het leuk als ik bij haar kon blijven als ze thuis aan het werk
is. Voor
mij prima hoor: “where ever I lay my head: that’s my home”.
Al snel waren we aan elkaar
gewend en volgens mij waren ze best blij met me. Veel knuffelen, spelen en
zelfs op cursus. Ik had natuurlijk niet gezegd dat ik eigenlijk alles al
beheerste, dus dat was voor mijn nieuwe baasjes een bijzondere verrassing.
Inmiddels ben ik overigens met de vervolgcursus bezig en dat is ook voor mij
nieuw. Maar leergierig als ik ben, geef ik natuurlijk de volle 100%.
De eerste cursus deed ik
overigens met m’n beide baasjes. De tweede alleen met m’n bazinnetje. Met m’n
baasje ben ik namelijk aan het dogfrisbieen. Vindt hij leuk en hij kan de
beweging goed gebruiken. En wie ben ik om niet een steentje bij te dragen.
Overigens vind ik het zelf ook wel heel leuk. Ik ben er nog niet zo heel erg
goed in, maar ik heb ook nog maar twee lessen gehad.
Terugkijkend zijn de
afgelopen vijf maanden heel spannend geweest. Vooral in het begin werd ik er
zelfs een beetje winderig van. Maar inmiddels zit ik aan de Eukanuba en ruik ik
weer zo fris als een zomers windje.
Samenvattend denk ik wel dat
ik mijn plekje heb gevonden. Mijn baasjes zijn erg blij met me, ondanks dat ik
soms bananen in m’n oren heb. Maar ze nemen me overal mee naar toe: het bos,
het strand, familie, noem maar op. Natuurlijk mis ik Anita en Freek nog wel,
maar ik ben goed terecht gekomen, en dat hebben jullie mede mogelijk gemaakt.
Dus heel van dank, vooral aan mevrouw Lagendijk. U heeft een prima keuze voor
me gemaakt.
Bij een volgende wandeling
zal ik Julie wel van alle details voorzien, maar voor nu lijkt me het zo wel
even voldoende.
Dikke knuffel van Roos